Ellenberg-indicatorwaarde

Een ellenberg-indicatorwaarde, ellenberggetal (of indicatorwaarde volgens Ellenberg) is een indicatie (in de vorm van een getal of een ander symbool) om de ecologische voorkeur (standplaatsfactoren) van wilde vaatplanten te kwantificeren en deze zo te kunnen vergelijken met andere soorten. Het model is ontwikkeld door de Duitse vegetatiekundige Heinz Ellenberg (1913-1997) en werd in 1974 voor het eerst toegepast door Ellenberg voor de flora van Midden-Europa.

Omgevingsfactoren

Ellenberggetallen worden gegeven bij ordinatie van soorten in vergelijkbare niches. Er wordt gekeken naar de volgende omgevingsfactoren:

  • Zuurtegraad van de bodem (de pH)
  • Productiviteit (de hoeveelheid nutriënten in de bodem)
  • Temperatuur (bij welke temperaturen kan een soort groeien)
  • Bodemtemperatuur (temperatuurfluctuaties van de bodem)
  • Bodemvocht (hoeveelheid vocht in de bodem)
  • Saliniteit (zoutgehalte van de bodem)
  • Licht (intensiteit van licht)

Elke abiotische factor kan meestal beoordeeld worden op een schaal die loopt van 1 tot 9, met uitzondering van bodemvocht dat tot 12 loopt. Een plant die midden in de zon op een veld groeit krijgt voor licht bijvoorbeeld een 8, terwijl een plant die in de schaduw van bomen groeit slechts een 2 krijgt.

Bij een zeer grote tolerantie voor een bepaalde milieufactor is het ellenberggetal onbepaald en wordt het aangegeven met een X. De combinatie van waarden (getallen) geeft een beeld van de ecologische positie van de soort ten opzichte van andere soorten.

Literatuur

  • Landolt E. 1977 Okologische Zeigerwerts zur Schweizer Flora. Veroff. Geobot. Inst. ETH. Zürich. – 1977. – H. 64. – S. 1-208.
  • Ellenberg H. 1974 Zeigerwerte der Gefässpflanzen Mitteleuropas. Scripta geobotanica. Göttingen, 1974. – Vol. 9. – 197 p.
  • Ellenberg H., H.E. Weber, R. Dull., V. Wirth & W. Werner & D. Paulisen 1991 Zeigerwerte von Pflanzen in Mitteleuropa. [Indicator values of plants in Central Europe] Scripta Geobotanica. – V. 18. – Verlag Erich Goltze KG, Göttingen, 1991. – 248 s.
  • Dufrene, M. & P. Legendre 1997 Species assemblages and indicator species: The need for a flexible asymmetrical approach. Ecological Monographs 67:345-366.
  • De Caceres, M. & P. Legendre 2009. Associations between species and groups of sites: indices and statistical inference. Ecology 90:3566-3574.
  • De Caceres, M., P. Legendre & M. Moretti 2010 Improving indicator species analysis by combining groups of sites. OIKOS 119:1674-1684.

Zie ook

  • Freatofyt, planten die in hun voorkomen uitsluitend of voornamelijk beperkt zijn tot de invloedssfeer van de freatisch vlak en het 'schijngrondwater'
  • Vegetatiekunde van A tot Z

Externe link

  • Ellenbergwaarden op www.biw.kuleuven.be
Bronnen, noten en/of referenties
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Indicator value op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
· · Sjabloon bewerken
Vegetatiekunde
Algemene begrippen:concurrentie · contactgemeenschap · dood hout · fytocoenon · fytosociologie · natuurlijke vegetatie · plantengemeenschap · plantensociologie · plantensociologische nomenclatuur · SynBioSys · vegetatie · vegetatiekunde
Biogeografie:adventief · archeofyt · areaal · autochtoon · beschermingsstatus · cultuurgewas · cultuurvolger · disjunct verspreidingsgebied · eilandbiogeografie · endemie · exoot · extinctie · florarijk · floristiek · inburgering · inheems · invasieve soort · kosmopoliet · massa-extinctie · Rode Lijst van de IUCN · status · synchorologie · uitsterven · verspreidingsgebied · vestiging
Levensvorm:bladrozet · bladverliezend · boom · chamefyt · dwergstruik · epifyt · fanerofyt · geofyt · grasachtige plant · groenblijvend · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · liaan · loofboom · naaldboom · slingerplant · struik · succulent · therofyt · winterhard
Standplaats:boomgrens · ecologische groep · Ellenberg-indicatorwaarde · extremofiel · freatofyt · halofiel · halofyt · hellingbos · helofyt · indicatorplant · indicatorwaarde van Ellenberg · oecologische groep · standplaatsfactor · stroomdalflora · tredplant · verlandingsvegetatie · xerofiel · xerofyt · zoutplant
Syndynamiek:climaxvegetatie · fenologisch optimum · pioniervegetatie · potentieel natuurlijke vegetatie (PNV) · successie · vegetatieaspect · verlanding· vervangingsgemeenschap
Fysiognomie:aspect · biodiversiteit · biomassa · boomlaag · bos · fenologisch optimum · formatie · grasland · inslaggemeenschap · kruidlaag · lintvormig · moeras · moslaag · mozaïek · ondergroei · puntvormig · schimmellaag · strooisellaag · struiklaag · struweel · symmorfologie · vegetatieaspect · vegetatielaag · vegetatiemozaïek · vegetatieperiode · vegetatiestructuur · vegetatietextuur · vegetatiezonering · vlakdekkend · zode
Syntaxonomie:associatie · associatiefragment · begeleidend taxon · constant taxon · derivaatgemeenschap · diagnostisch taxon · differentiërend taxon · exclusief taxon · kentaxon · klasse · klasse-eigen · klasse-vreemd · onderverbond · orde · preferent taxon · presentie · rompgemeenschap · subassociatie · syntaxon · syntaxoncode · syntaxonomie‎ · syntaxonomische rang · transgrediërend taxon · trouw · verbond
Vegetatieonderzoek:abundantie · bedekking · Braun-Blanquet-methode · Frans-Zwitserse School · International Association for Vegetation Science · minimumareaal · Plantensociologische Kring Nederland · relevé · shannon-index · vegetatieopname · vegetatieschaal van Tansley · Zürich-Montpellier School
Vegetatietypen:amfibische vegetatie · bos · dijkvegetatie · geriefbos · grazige vegetatie · houtwal · Landelijke Vegetatie Databank · mantelvegetatie · muurvegetatie · rotsvegetatie · ruigte · struweel · tredvegetatie · trilveen · watervegetatie · zoomvegetatie
Standaardwerken (NL):Atlas van plantengemeenschappen in Nederland · De vegetatie van Nederland (VvN) · Revisie Vegetatie van Nederland (rVvN)
Lijsten:lijst van bosgemeenschappen in Nederland · lijst van vegetatiekundigen · plantkunde van A tot Z · vegetatiekunde van A tot Z
· · Sjabloon bewerken
Plantkunde en deelgebieden
Geobotanie (planten als onderdeel van de biosfeer)
Plantengeografie:adventief · areaal · beschermingsstatus · bioom · endemie · exoot · flora · floradistrict · floristiek · hoogtezonering · invasieve soort · Plantengeografie · status · stinsenplant · uitsterven · verspreidingsgebied
Paleobotanie:archeobotanie · dendrochronologie · fossiele planten · gyttja · palynologie · pollenzone · varens · veen
Vegetatiekunde & plantenoecologie:abundantie · associatie · bedekking · biodiversiteit · biotoop · boomlaag · bos · Braun-Blanquet-methode · broekbos · climaxvegetatie · clusteranalyse · coenocline · concurrentie · constant taxon · contactgemeenschap · differentiërend taxon · dwergstruweel · ecologische gradiënt · ecologische groep · Ellenberg-indicatorwaarde · gemeenschapsgradiënt · grasland · heide · kentaxon · kruidlaag · kwelder · minimumareaal · moeras · moslaag · ordinatie · pioniersoort · plantengemeenschap · potentieel natuurlijke vegetatie · presentie · regenwoud · relevé · ruigte · savanne · schor · steppe · struiklaag · struweel · successie · syntaxon · syntaxonomie · Tansley (methode) · toendra · tropisch regenwoud · trouw · veen · vegetatie · vegetatielaag · vegetatieopname · vegetatiestructuur · vegetatietype · vergrassing · verlanding
Idiobotanie (planten onder gecontroleerde omstandigheden)
Plantenmorfologie & -anatomie:beschrijvende plantkunde · adventief · apoplast · blad · bladgroenkorrel · bladstand · bloeiwijze · bloem · bloemkroon · boomkruin · celwand · chloroplast · collenchym · cortex · cuticula · eicel · epidermis · felleem · fellogeen · felloderm · fenologie · floëem · fytografie · gameet · gametofyt · groeivorm · haar · houtvat · huidmondje · hypodermis · intercellulair · intercellulaire ruimte · kelk · kroonblad · kurk · kurkcambium · kurkschors · levensduur · levensvorm · merg · meristeem · middenlamel · palissadeparenchym · parenchym · periderm · plantaardige cel · plastide · schors · sclereïde · sclerenchym · spermatozoïde · sponsparenchym · sporofyt · stam · steencel · stengel · stippel · symplast · tak · thallus · topmeristeem · trachee · tracheïde · tylose · vaatbundel · vacuole · vrucht · wortel · xyleem · zaad · zaadcel · zeefvat · zygote
Plantenfysiologie:ademhaling · bladzuigkracht · evapotranspiratie · fotoperiodiciteit · fotosynthese · fototropie · fytochemie · gaswisseling · geotropie · heliotropisme · nastie · plantenfysiologie · plantenhormoon · rubisco · stikstoffixatie · stratificatie · transpiratie · turgordruk · vernalisatie · winterhard · worteldruk
Plantensystematiek:taxonomie · botanische nomenclatuur · Angiosperm Phylogeny Group · APG I-systeem · APG II-systeem · APG III-systeem · APG IV-systeem · algen · botanische naam · cladistiek · Cormophyta · cryptogamen · classificatie · embryophyta · endosymbiontentheorie · endosymbiose · evolutie · fanerogamen · fylogenie · generatiewisseling · groenwieren · hauwmossen · kernfasewisseling · korstmossen · kranswieren · landplanten · levenscyclus · levermossen · mossen · PPG I-systeem · Pteridophyte Phylogeny Group · roodwieren · varens · zaadplanten · zeewier
Overig
Bijzondere plantkunde:algologie · bryologie · dendrologie · fycologie · lichenologie · mycologie · pteridologie