Fibromyalgie

Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Fibromyalgie
criteria voor fibromyalgie negen gepaarde tenderpoints (1990 American College of Rheumatology criteria for fibromyalgia).
Coderingen
ICD-11 MG30.01
ICD-10 M79.7
MedlinePlus 000427
eMedicine med/790
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Fibromyalgie is een niet-gewrichtsgebonden ziektebeeld. Kenmerkend zijn spierpijn en drukpijnlijke punten verspreid over het lichaam. De spierpijn wordt doorgaans heviger na overbelasting of blootstelling aan kou. Het syndroom gaat vaak gepaard met verschillende algemene klachten zoals slaapstoornissen, vermoeidheid, spierstijfheid en hoofdpijn.

Etymologie

De naam fibromyalgie komt van 'fibra' (vezel), 'mus' (spier) en 'algos' (pijn) en betekent dus letterlijk 'pijn van spieren en vezel(ig bindweefsel)'. Om onderscheid te maken met de ziekte reumatoïde artritis wordt het ook wel weke-delenreuma genoemd. Bij fibromyalgie worden echter meestal geen ontstekingen gevonden.

Kenmerken van fibromyalgie

  • Diffuse pijn in de omgeving van de gewrichten, met name op de aanhechtingsplaatsen van de spieren aan de pezen.
  • Stijfheid, met name 's ochtends (zo'n 1 à 2 uur) en na lange periodes staan, zitten of liggen in dezelfde houding.
  • Vermoeidheid.
  • Concentratiestoornissen en problemen met het korte- en langetermijngeheugen.
  • Eerder genoemde klachten nemen toe bij spanning of overbelasting. Meestal nemen de klachten dan niet direct toe, maar vaak pas 's avonds of de volgende dag. De klachten nemen ook toe bij vocht, kou en vooral bij een combinatie van beide.
  • Slaapproblemen.
  • Darmproblemen.
  • Bloedonderzoek of röntgenfoto's wijzen niet op een ziekteproces of abnormale slijtage. Fibromyalgie wordt dan ook meestal vastgesteld door een uitgebreid vraaggesprek en vaststellen van het aantal zogenoemde tenderpoints.[1] Doorgaans ontstaan de klachten spontaan en verergeren ze geleidelijk aan. Ook in een later stadium is er niets dat wijst op een slijtageproces, ontstekingen of andere beschadigingen in het lichaam.

Epidemiologie

Fibromyalgie komt bij 1 tot 2 procent van de bevolking voor. Volgens schattingen van onderzoekers wordt bij 5 tot 15 procent van de nieuwe patiënten op een reumatologische kliniek de diagnose fibromyalgie gesteld. Fibromyalgie komt het meest voor bij vrouwen (ongeveer 90 procent van de patiënten is vrouw). Het syndroom openbaart zich meestal tussen het 25e en 40e levensjaar.

Controverse

De wereldgezondheidsorganisatie heeft fibromyalgie als aandoening opgenomen in het ICD-10.

De status als ziektebeeld is omstreden, en er bestaat nog geen consensus over aanwijsbare, niet-subjectieve lichamelijke afwijkingen. De werkdiagnose wordt daarom per exclusionem gesteld, dat wil zeggen door het uitsluiten van andere oorzaken als bron van de klachten. Met MRI is een verband aangetoond tussen fibromyalgie en intensivering van de activiteit in die gebieden van de hersenen die verantwoordelijk zijn voor de pijnervaring. Bij dezelfde pijnprikkels bleek deze activiteit bij fibromyalgiepatiënten groter dan bij gezonde vrijwilligers.[2][3] Dit lijkt erop te duiden dat bij fibromyalgie de verwerking van (pijn)prikkels door het centraal zenuwstelsel gestoord is, een toestand die ook wordt aangeduid als centrale sensitisatie.

Fibromyalgie wordt beschouwd als een controversiële diagnose omdat er onvoldoende wetenschappelijke consensus bestaat over zijn oorzaak (oorzaken).[4] Een aantal medici is van mening dat fibromyalgie geen ziektebeeld is omdat er geen zichtbare abnormaliteiten vast te stellen zijn bij het klinisch onderzoek en omdat er (nog) geen (erkende) objectieve diagnostische laboratoriumtests zijn.[4][5]

Mogelijke oorzaken

De oorzaak voor fibromyalgie is volgens gangbare medische normen nog niet bekend. Een studie uit 2003 suggereerde een verband met verstoring van de neuro-endocriene functies.[6] Er is consensus[bron?] dat er vrijwel altijd sprake is van langdurig fysieke en/of geestelijke overbelasting, elkaar al dan niet in de hand werkend.

Enkele andere mogelijke oorzaken die in de literatuur worden genoemd zijn:

  • Een virale of bacteriële infectie
  • Een zware bevalling
  • Erfelijkheid. Fibromyalgie komt soms in dezelfde families, als een soort "cluster", voor.[7] De thans geldende gedachte is echter dat fibromyalgie niet erfelijk is.

Amerikaanse neurowetenschappers onderzochten de huid op de handen van een kleine groep fibromyalgie-patiënten en van een controlegroep. Ze zagen bij fibromyalgiepatiënten een zeer grote hoeveelheid van een specifiek type zenuwvezels op de zogenaamde glomusbody (in het bijzonder de arteriool-venule shunt) (glomusbody is een onderdeel van de dermislaag van de huid en betrokken bij de regulering van de lichaamstemperatuur). Dit kan de oorzaak zijn van spierpijn en andere pijn en ook van oververmoeidheid, meent neurowetenschapper Frank L. Rice (2013).1[8][9][10] De onderzochte groep was te klein voor definitieve uitspraken.

Onderzoekers van het King’s College London vonden dat het kan worden veroorzaakt door een auto-immuunreactie die de activiteit van pijngevoelige zenuwen door het hele lichaam verhoogt. Meer onderzoek is nodig.[11]

Behandeling

Pijnstillers

In de meeste gevallen zal de huisarts of reumatoloog zo mild mogelijk zijn in het voorschrijven van pijnmedicatie, veelal paracetamol en/of een NSAID zoals ibuprofen. Morfine of andere opiaten worden bij fibromyalgie zelden of nooit voorgeschreven en een positief effect daarvan op de klachten is alleen bij een ernstige vorm van fibromyalgie vastgesteld. Lyrica wordt tegenwoordig wel veel voorgeschreven aan fibromyalgiepatiënten.

Antidepressiva

In sommige gevallen brengen zorgvuldig gekozen antidepressiva verlichting.[12] Meestal worden deze gegeven in een dosis die lager is dan die men geeft aan patiënten met een depressie. Het zoeken naar een geschikt antidepressivum kan wel enige tijd in beslag nemen. Als eerste keus probeert men steeds amitriptyline, dat goede karakteristieken bezit bij fibromyalgie, maar soms pas na twee tot vier weken werkt.

Cognitieve gedragstherapie

Een belangrijke benadering in de behandeling is het leren omgaan met de chronische pijn, omdat er geen genezend medicijn is. Hiervoor moet de patiënt eerst inzicht krijgen in de complexe samenhang van de vele factoren van de pijnklachten. Met dat inzicht kan de patiënt leren meer controle over de pijn te krijgen. Deze benadering neemt de pijn niet weg, maar zorgt wel dat de impact van de pijn vermindert.

Bewegingstherapie

"Graded Activity" - Deze behandeling gaat uit van langdurige overbelasting als hoofdoorzaak. Doel is eerst de belasting in balans te brengen met de belastbaarheid of draagkracht van de patiënt om dan door geleidelijke conditietraining de belastbaarheid weer op te bouwen. Hoewel het niet het hoofddoel is, kan bij sommige patiënten de pijn beter hanteerbaar worden door de verbeterde conditie.

Leren omgaan met stress

Daar psychische stress leidt tot verhoogde spierspanning, kan een positief effect worden bemerkt als een patiënt beter leert omgaan met psychische stress en lichamelijke spierspanning. Ontspanningsoefeningen maken daar deel van uit en zorgen dat de spieren zich ontspannen en kunnen herstellen. Ook floaten kan tot de ontspanningstherapie worden gerekend.

Alternatieve behandelingen

Acupunctuur

Er is één klinisch onderzoek gedaan, dat enig effect op moeheid en pijnklachten laat zien middels elektroacupunctuur. De studie, met 50 patiënten waarvan 25 in de behandelgroep, was echter te klein voor definitieve uitspraken. Ook zijn er twijfels over de studie-opzet. In de traditionele Chinese geneeskunde wordt bij de behandeling van fibromyalgie gebruikgemaakt van diverse technieken en kruiden, die in China als geneesmiddelen worden gezien.[13]

Guaifenesine

Een alternatieve behandeling van fibromyalgie met guaifenesine werd in de jaren 1990 door de Amerikaanse Dr R. Paul St. Amand voorgesteld. Guaifenesine zou helpen omdat het overtollig fosfaat uit het lichaam kan verwijderen. Dit "guaifenesin protocol" is niet door de Amerikaanse Food and Drug Administration erkend. Uit een klinische studie in 1996 bleek dat er geen gunstig effect aan het gebruik van guaifenesine kon toegeschreven worden.[14] In een commentaar op die studie suggereert dr. Bennett dat het gunstige effect bij sommige patiënten waarschijnlijk te danken was aan een "placeborespons" uitgelokt door het enthousiasme en de overredingskracht van dr. St. Amand.

Soms kan guaifenesine dankzij het spierrelaxerend effect wel helpen bij het verlichten van de pijnklachten bij fibromyalgie.

Chirurgie

Een Duitse arts, Johann Bauer, is van mening dat fibromyalgie veroorzaakt wordt door beknelling van perifere zenuwen, met name in de ledematen, en daarmee een variant zou zijn op het carpaletunnelsyndroom.[15] Hij stelt dat de beknelling operatief verholpen zou kunnen worden. Deze arts beweert dat 93% van inmiddels 5000 patiënten na operatie verlichting van de pijnklachten heeft ervaren (41%) of zelfs geheel van de pijn verlost kon worden (52%), maar wetenschappelijk bewijs hiervan ontbreekt. De Vereniging tegen de Kwakzalverij raadt sterk af om met deze man in zee te gaan.[16]

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Hoe wordt de diagnose gesteld?
  2. gezondheidsnet.nl, Fibromyalgie is zichtbaar in de hersenen. Nu.nl (4 november 2008). Gearchiveerd op 25 november 2008. Geraadpleegd op 6 november 2008.
  3. (en) Wilbert, Caroline, Fibromyalgia a ‘Real Disease,’ study shows - Researchers say people with fibromyalgia have abnormalities of blood flow in the brain. Web MD (3 november 2008). Gearchiveerd op 7 november 2008. Geraadpleegd op 10 juni 2016.
  4. a b (en) Goldenberg DL (January 1995). Fibromyalgia: why such controversy?. Ann. Rheum. Dis. 54 (1): 3–5. PMID 7880118. PMC 1005499. DOI: 10.1136/ard.54.1.3.
  5. (en) Wolfe F (april 2009). Fibromyalgia wars. J Rheumatol 36 (4): 671-678. ISSN: 0315-162X. PMID 19342721. DOI: 10.3899/jrheum.081180..
  6. (en) Gupta A, Silman AJ (7 april 2004). Psychological stress and fibromyalgia: a review of the evidence suggesting a neuroendocrine link. Arthritis Res Ther 6 (3): 98-106. ISSN: 1478-6354. PMID 15142258. PMC 416451. DOI: 15142258.
  7. (en) Fibromyalgia genetics. Neurotransmitter.net (7 januari 2006). Gearchiveerd op 13 maart 2016. Geraadpleegd op 10 juni 2016.
  8. (en) Albrecht PJ, Hou Q, Argoff CE, Storey JR, Wymer JP, Rice FL (1 juni 2013). Excessive peptidergic sensory innervation of cutaneous arteriole-venule shunts (AVS) in the palmar glabrous skin of fibromyalgia patients: implications for widespread deep tissue pain and fatigue. (pdf). Pain Med 14 (6): 895-915. ISSN: 1526-2375. PMID 23691965. DOI: 10.1111/pme.12139.. Gearchiveerd van origineel op 26 januari 2016. Geraadpleegd op 10 juni 2016.
  9. (en) Savastio, Rebecca, Fibromyalgia Mystery Finally Solved!. Liberty Voice (20 juni 2013). Gearchiveerd op 22 juni 2013. Geraadpleegd op 10 juni 2016.
  10. Formesyn, Lynn, Pijnbron van fibromyalgie zit niet tussen de oren. Het Laatste Nieuws (24 juni 2013). Gearchiveerd op 28 juni 2013. Geraadpleegd op 10 juni 2016.
  11. Fibromyalgia may be a condition of the immune system not the brain – study
  12. Reumafonds, Fibromyalgie - Welke medicijnen kunnen u helpen?. Reumafonds. Gearchiveerd op 30 juni 2011. Geraadpleegd op 10 juni 2016.
  13. Zoet, Ron, Wat is fibromyalgie volgens de Traditionele Chinese Geneeskunde?. Gezondheidswijzer. Gearchiveerd op 4 maart 2016. Geraadpleegd op 8 juni 2016.
  14. (en) Bennett RM, De Garmo P, Clark SR (September 1996). A randomized, prospective, 12 month study to compare the efficacy of guaifenesin versus placebo in the management of fibromyalgia (reprint). Arthritis and Rheumatism 39 (S9): S212. ISSN: 2326-5205. Gearchiveerd van origineel op 9 februari 2014. Geraadpleegd op 8 juni 2016. Dit artikel is door de uitgever gratis toegankelijk gemaakt.
  15. (en) Bauer JA (fall/winter 2006). Pathological findings and clinical outcomes study of 101 fibromyalgia patients treated by quadrant pain intervention. (pdf). Frontier Perspectives 15 (2): 35-41. ISSN: 1062-4767. Gearchiveerd van origineel op 12 mei 2014. Geraadpleegd op 8 juni 2016. Dit artikel is door de uitgever gratis toegankelijk gemaakt.
  16. Renckens CNM (maart 2008). Kwakzalverij bij fibromyalgie (pdf). Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij 119 (1): 8-13. ISSN: 1571-5469. Gearchiveerd van origineel op 8 juni 2016. Geraadpleegd op 8 juni 2016. Dit artikel is door de uitgever gratis toegankelijk gemaakt.
Mediabestanden
Zie de categorie Fibromyalgia van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.