Jean-Henry d'Anglebert

Jean-Henry d'Anglebert

Jean Henry d'Anglebert (ook Danglebert) (1628 of 1635 – Parijs, 23 april 1691) was een Frans componist van klavecimbel- en orgelmuziek. D'Anglebert was mogelijk een leerling van Jean Champion de Chambonnières, de grondlegger van wat later de Franse klavecimbelschool is gaan heten. Deze clavecinistes hebben een grote invloed gehad op de ontwikkeling van de klaviermuziek, met name op klaviersuite.

Leven en loopbaan

D'Anglebert was organist van de broer van Lodewijk XIV, de hertog van Orléans (ordinaire de la musique de la Chambre du Roy et de Monsieur, frère unique de Sa Majesté, pour le clavessin) en van het klooster van de Jacobijnen, een Dominicanenorde, in de rue St.Honoré. D'Anglebert was ook in dienst van Marie-Anne Christine de Bavière, na haar huwelijk in 1680 met haar neef de kroonprins, de Grand Dauphin. Deze posities en zijn mogelijke studie bij De Chambonnières moeten hem een goed zichtbare positie hebben gegeven in het toenmalige Parijs.[1]

D'Anglebert was de laatste 29 jaar van zijn leven in dienst van koning Lodewijk XIV.[2] In oktober 1662 kocht hij de erffunctie van joueur d'épinette de la Chambre du Roi van De Chambonnières, die de post moest opgeven na ruzie met Jean-Baptiste Lully, en nadat François Couperin de post uit kiesheid geweigerd had; na De Chambonnières' dood in 1672 verwierf D'Anglebert diens andere functies aan het hof. In 1674 kocht hij voor zijn oudste zoon, die toen nog erg jong was, al de erffunctie, met goedkeuring van de koning,[3] van hofklavecinist. Vanzelfsprekend volgde zijn zoon Jean-Baptiste Henry hem na zijn overlijden op.[4]

Zijn betrekking aan het hof dankte hij mogelijk aan Lully's tussenkomst; D'Anglebert schijnt een goede relatie met de componist te hebben gehad – zijn eerste zoon noemde hij naar hem en Lully was peetoom van die zoon.[1]

Een document uit 1668 noemt D'Anglebert als 'ordinaire de la musique de Chambre du Roy et de Monsieur, frère unique de Sa Majesté, pour le clavessin'. D'Anglebert was dus in dienst van meerdere personen aan het hof; ook diende hij Marie-Anne van Beieren, na haar huwelijk in 1680 met de Dauphin.[1] Gedurende het gehele koningschap van Lodewijk XIV hielden slechts drie mannen de charge voor het klavecimbel: De Chambonnières, D'Anglebert en diens zoon Jean-Baptiste Henry. De laatste is hoogstwaarschijnlijk vanwege zijn slecht gezichtsvermogen jarenlang vervangen door François Couperin.

Over D'Angleberts leven is weinig bekend, afgezien van enige documenten over zijn huwelijk, de geboorte van een aantal van zijn kinderen, zijn beroepsactiviteiten en een postume inventarislijst.[1] Hij en zijn vrouw Magdelaine Champagne, met wie hij in oktober 1659 huwde en die een schoonzuster was van de organist en componist François Roberday, hadden tien kinderen, van wie er vijf nog minderjarig waren bij D'Angleberts dood. De twee oudste kinderen, Jean-Baptiste Henry en Jen Henry, werden eveneens briljante klavecinisten.[4]

D'Anglebert publiceerde in 1689 zijn Pièces de clavecin, opgedragen aan de dochter van Lodewijk XIV, Marie-Anne de Bourbon, de Princess de Conti, bijgenaamd Mademoiselle de Blois

Werken

Marie-Anne de Bourbon

Van D'Anglebert is één uitgave bekend, die in 1689 werd gepubliceerd. De verzameling bestaat uit 57 stukken - originele stukken en transcripties van orkestrale delen en aria's uit opera's van Jean-Baptiste Lully - voor klavecimbel verdeeld over 4 suites, en daarnaast vijf stukken voor orgel en vijf lessen voor begeleiding op klavier. De suites zijn zeer lang door het invoegen van de transcripties van de werken van Lully en vaudevilles, populaire melodieën, om de bladzijden te vullen (zie voorwoord). D'Angleberts streven om de bladzijden optimaal te vullen vindt men ook terug in zijn muziek: die is sterk bewerkt en de bladzijden zijn zwart van de noten door versieringen, al dan niet uitgeschreven, die voor een dik gevulde muzikale textuur zorgen. Ook de bewerkingen van de volle, vijfstemmige orkestrale werken van Lully tot klaviertranscripties beïnvloedde D'Angleberts eigen dansen. In de allemandes en gigues maakt hij vaak gebruik van volle, vijfstemmige akkoorden en drukke uitwerkingen binnen het werk zelf; de gigues zijn in een snel tempo. De twee polyfone gigues in 12/8 horen tot de eerste in hun soort in Frankrijk.

De orgelwerken zijn waarschijnlijk in het begin van de jaren zestig van de 17e eeuw geschreven. De composities tonen, net als die van D'Angleberts collega en tijdgenoot François Roberday, de invloed van de Girolamo Frescobaldi, zoals die in Frankrijk was doorgegeven door Johann Jakob Froberger. De fuga's zijn imitatief, volgen het 17e-eeuwse Franse gebruik, en niet contrapuntisch, met welke textuur men nu veelal fuga's associeert.

D'Anglebert was een van de weinige componisten die stukken transcribeerde van luitcomponisten zoals Pinel, Mésangeau en de Gaultiers, waarbij hij er niet naar streefde de luitstijl zo getrouw mogelijk na te bootsen, maar juist equivalenten op het klavier te vinden voor die luitstijl.[5]

De titel van de verzameling luidt: Pièces de clavecin/Composées par J.Henry d'Anglebert/ordinaire de la Musique de la Chambre du Roy/ avec la manière de les joüer/Diverses Chaconnes, Ouvertures, et autres airs/ de Monsieur de Lully mis sur cet Instrum.t/ Quelques Fugues pour l'Orgue/ et/ les Principes de l'Accompagnement./ Livre premier/ Avec Privilège du Roy.

De verzameling gaat vergezeld van een opdracht aan Marie-Anne, de prinses de Conti (1666-1739).[6] [7] en een voorwoord.[8]

De verzameling omvat de volgende werken:

  • nummers 1 – 16: stukken in G
    • Prélude – AllemandeCourante et double – 2e Courante – 3e Courante – SarabandeGigue – 2e Gigue – Gaillarde – Chaconne Rondeau – Gavotte – Menuet – Ouverture de Cadmus (tr. Lully) – Ritournelle des Fées de Roland (tr. Lully) – Menuet 'Dans nos Bois' (tr. Lully) – Chaconne de Phaëton (tr. Lully)
  • nummers 17 – 37: stukken in g
    • Prélude – Allemande – Courante – 2e Courante – Courante de Lully (tr. Lully) et double – Sarabande – Sarabande de Lully (tr. Lully) 'Dieu des Enfers' – Gigue – Gigue de Lully (tr. Lully) – Gaillarde – Passacaille – Menuet 'La jeune Iris' (tr. Lully) – Gavotte 'Où estes vous allé' – Gavotte 'Le beau berger Tircis' – 'La Bergère Annette' – Ouverture de la Mascerade (tr. Lully) – Les Sourdines d'Armide (tr. Lully) – Les Songes agréables d'Atys (tr. Lully) – Air d'Apollon du Triomphe de l'Amour (tr. Lully) – Menuet de Poitou – Passacaille d'Armide (tr. Lully)
  • nummers 38 – 49: stukken in d
    • Prélude – Allemande – Courante et double – 2e Courante – Sarabande grave – Sarabande – Gigue – Gaillarde – Gavotte – Menuet – Ouverture de Proserpine (tr. Lully) – La Folia 'Folies d'Espagne'
  • nummers 50 - 57: stukken in D
    • Allemande – Courante – 2e Courante – Sarabande – Gigue – Chaconne de Galatée (tr. Lully) – Chaconne de Rondeau – Tombeau de M. de Chambonnières
  • nummers 58 – 62: orgelfuga's
    • Fugue grave pour l'orgue – 2e t/m 5e Fugue sur le même Sujet
  • nummer 63: orgel quatuor
    • Quatuor pour le Kyrie
  • Principes de l'accompagnement

Naast de publicatie uit 1689 zijn er werken in manuscript overgeleverd:[9]

  • stukken in C
    • Prélude – Allemande – Gaillarde et double – Chaconne
  • stukken in a
    • Gaillarde – Courante – Sarabande et double – Gigue

D'Angleberts 15 transcripties van luitwerken omvatten werken uit de vroegere 17e eeuw. Ze betreffen 12 werken van Ennemond Gaultier, bijgenaam le vieux (1575-1651) en een van zijn neef Denis Gaultier, bijgenaamd le jeune (1603-1672), René Mesengeau (overleden in 1638) en Germain Pinel (overleden in 1661).[1]

De preludes zijn geschreven als préludes non mésures (zie bijvoorbeeld de Prelude non mesuré uit de suite in G [1][dode link]). Dat wil zeggen dat de gebruikelijke maataanduidingen (oftewel de 'verticale streepjes' op de notenbalken om de maat aan te geven) zijn weggelaten. De wijze van notatie en de notenwaarden geven wel een aanduiding over hoe het werk zal lopen, maar de uitvoerder heeft een grotere vrijheid om invulling te geven aan het werk.

Externe link

  • Klavecimbelwerken van D'Anglebert
  • Kenmerkend voorbeeld van klavecimbel uit D'Angleberts tijd, het instrument gebouwd door Vincent Tibaut, 1679, Toulouse

Geselecteerde discografie

  • Pièces pour clavier, Scott Ross – klavecimbel en orgel (anoniem 18e-eeuws klavecimbel uit het Château d'Assas en orgel van Pascal Quoirin in Saint-Rémy-de-Provence; Erato Musifrance, 2CDs, 22924 50072'
  • Pièces de clavecin & airs d'après M. de Lully, Céline Frisch – klavecimbel - en Café Zimmermann (klavecimbel van Emile Jobin naar Vincent Tibaut; Alpha 2CDs 074)
  • Klavecimbelsuites 1-4, Elizabeth Farr – klavecimbel en luitklavecimbel (Naxos, 2CDs 8.570472-73)
  • Complete klavecimbelwerken, Christophe Rousset – klavecimbel (klavecimbel van Ruckers, Musée d'Unterlinden in Colmar; Decca L'Oiseau – Lyre, 2CDs 458 588-2)
  • Complete klavecimbelwerken, Barbara Maria Willi – klavecimbel (Cantate, 2CDs M 56827 en M 56828)
  • Pièces de Jean-Baptiste Lully élaborées pour clavecin par Jean-Henry d'Anglebert, Kenneth Gilbert – klavecimbel (klavecimbel van Anthony Sidey; Harmonia mundi, HMC 901267)

Literatuur

  • Anthony, James R. (1997), French Baroque Music from Beaujoyeulx to Rameau, Portland, Amadeus Press
  • Gilbert, Kenneth (1975), Préface, bij Jean-Henri D'Anglebert. Oeuvres pour clavier (ed. Kenneth Gilbert), Le Pupitre, collection de musique ancienne, LP54/1 - H32440, P:arijs, Heugel
  • Kocevar, E (1992), Danglebert, in Dictionnaire de la Musique en France aux XVIIe et XVIIIe siècles, Parijs, Fayard
  • Ledbetter, David (2001), Jean Henry d'Anglebert, in The New Grove Dictionary of Music and Musicians, Oxford, Oxford University Press
  • Neumann, Frederick (1993), Performance Practices of the Seventeenth and Eighteenth Centuries, New York, Schirmer Books
  • Scheibert, Beverly (1986), Jean-Henry d'Anglebert and the Seventeenth-Century Clavecin School, Bloomington, Indiana University Press
Bronnen, noten en/of referenties
  1. a b c d e Scheibert, B. (1986), Jean-Henry d'Anglebert and the Seventeenth-Century Clavecin School
  2. Hofmusici kochten of erfden hun titel. De dag waarop een musicus zijn benoeming kreeg (de charge, de opdracht of benoeming) is geen betrouwbare indicatie voor het moment dat hij bij het hof aanving. Vaak was hij al langer in dienst en gewaardeerd voordat hij de officiële titel kreeg; de nieuwe titel voegde niet noodzakelijkerwijs nieuwe taken toe. Titels konden worden verkocht en het was daarmee een lucratieve aanvulling op de positie. Een eenvoudige omzetting (survivance) zette de post over van de één op de andere naam, waarbij de omzetting effectief werd bij het overlijden van de verkoper. Een andere mogelijkheid – bijvoorbeeld bij oudere of zieke musici - was dat de omzetting gedurende het leven van de verkoper al plaatsvond of dat er taken werden gedeeld. De titel van de musicus bepaalde zijn rang. De musicien ordinaire stond direct onder de musicien-officier; de term ordinaire duidde aan dat de musicus regulier diende aan het hof en met de frequentie die paste bij zijn dienstverband. Musici van lagere rang, die men nodig had op meer irreguliere basis, werden musiciens extraordinaires en musiciens suivant la Cour genoemd; Scheibert
  3. "informé de l'expérience que ledit Danglebert fils s'est acquise en la musique et de son adresse à toucher le clavessin", Kocevar
  4. a b Kocevar, E. (1992), Dictionnaire de la musique en France
  5. Anthony, James R. (1997), French Baroque Music
  6. na D'Angleberts dood zette zij haar klavecimbellessen voort bij François Couperin; Scheibert
  7. A son Altesse Serenissime, Madame la Princesse de Conty, Fille du Roy Madame Je vous présente un receuil de mes pièces de Clavecin. Il n'i eut jamais un hommage plus legitimement deu. Je les ay presque toutes composée pour Votre Altesse Serenissime. Et je puis dire qu'elles vous doivent leurs principales beauté. Les graces naturelles qui acompagnent tout ce que vous faites se répandoient dans votre maniere de joüer des votre plus tendre enfance. Et lors que j'avois eu l'honneur de vous môntrer quelques unes de ces pièces , vous mêliez des traits dans l'exécution qui me donnoient de nouvelles Idées, et qui m'ont fait produire ce que l'on trouvera ici de plus agreable. Toutes les maîtres qui ont eu la gloire de contribuer a votre éducation ont éprouvé la même chose, et se sont perfectionnez en vous donnant des leçons. Le ciel nous fait voir en vous, Madame, un assemblage parfait de tout ce qui peut rendre acomplies les Personnes de votre rang. Autant élevée par les qualitez de l'esprit et du corps que vous l'êtes par votre naissance, vous faites sentir des que l'on vous void que vous eloge, mais ce dessein est trop grand et trop aus dessus de mes forces. Je dois seulement essayer de vous faire connoître combien je suis sensible aux bontez dont vous m'avez toujours honoré. C'est aussi principalement pour avoir ocasion de les publier que je me suis determiné a faire paroître mes ouvrages: Et si je souhaite qu'ils passent a la posterité, c'est pour faire aller au de la de ma vie les marques de la reconnoissance tres respectueuse avec laquelle je suis Madame De Votre Altesse Serenissime Le Tres humble & tres obeissant serviteur D'Anglebert
    (Aan Hare Doorluchtigheid, Mevrouw de Prinses van Conty, Dochter van de Koning. Mevrouw, Ik presenteer u een verzameling van mijn klavecimbelstukken. Er is nooit een rechtvaardiger eerbewijs geweest. Ik heb ze bijna alle voor Uwe Doorluchtige Hoogheid gecomponeerd. En ik kan zeggen dat zij hun grootste schoonheid aan u danken. De natuurlijke gratie die u in alles vergezelt wordt ook uitgedragen in de manier waarop u speelt sinds uw prilste jeugd. En toen ik de eer had enkele van deze stukken te tonen, voegde u er eigenschappen aan toe die mij nieuwe ideeën gaven, en die mij het mooiste deed scheppen wat u hier terug vindt. Al de leraren die de eer hadden om bij te dragen aan uw onderwijs hebben hetzelfde ervaren, en hebben zichzelf verbeterd door u les te geven. De hemel heeft ons in u, Mevrouw, een perfecte combinatie laten zien van datgene kan worden bereikt door Personen van uw klasse. Zo verheven u al bent door de kwaliteiten van lichaam en geest door uw geboorte, straalt u vanaf het moment dat men u ziet uit dat men u wil loven, maar dat voornemen is te groot en te ver boven mijn mogelijkheden. Ik moet uitsluitend proberen u te laten weten hoe gevoelig ik ben voor de goedheden waarmee u mij altijd heeft vereerd. Dit is vooral een gelegenheid om ze te publiceren want ik ben vastbesloten mijn werken uit te brengen: En als ik wil dat ze in de herinnering van het nageslacht voortleven, dan is het dat ze na mijn dood tekenen zijn van mijn zeer respectvolle erkenning waarmee ik, Mevrouw, Van Uwe Doorluchtigheid, De zeer nederige en zeer gehoorzame dienaar ben, D'Anglebert; vertaling Bozar)
  8. Preface Je n'ay mis des pieces dans ce recüeil que sur quatre tons, bien que j'en aye composé sur tous les autres. J'espere donner le reste dans un second Livre. J'y ay joint quelques airs de Monsieur de Lully. Il faut avoüer que les Ouvrages de cet homme incomparable sont d'un goût fort superieur a tout autre. Comme ils reüssissent avec avantage sur le Clavecin. J'ay cru qu'on me scauroit gre d'en donner ici plusieurs de different caractere. J'ay ajouté quelques Vaudeviles, et l'ay fait principalemt pour remplir des fins de page qui seroient trouvé inutiles sans cela. Il est pourtant vray de dire que ses sortes de petits airs sont d'une finesse extraordre et qu'ils ont une simplicité noble qui a toûjours plu a tout le môde. J'ay voulu donner aussi un échantillon de ce que j'ay fait autrefois pour l'Orgue, c'est pourquoy j'ay mis seulement cinq fugues sur un même sujet varié de differens mouvemens, et j'ay fini pour un quatuor sur le Kirie de la Messe. Côme cette piece est plus travaillée que les autres, elle ne peut bien faire son effet que sur un grand Orgue, et même sur quatre Claviers differens, j'entens trois claviers pour les mains et le Clavier des pedales avec les jeux d'egale force et de differente harmonie pour faire distinguer les entrées des parties. On m'a souvent demandé quelques instructions pour l'accompagnement. J'en donne ici les principes reduits en cinq leçons qui contiennent tout ce qui me paroist necessairre a sçavoir pour être en état de se perfectionner de soi même
    (Voorwoord. Ik heb in deze verzameling stukken in vier toonaarden opgenomen, hoewel ik er in alle andere heb gecomponeerd. Ik hoop de andere in een tweede boek te presenteren. Ik heb er een aantal airs van Monsieur de Lully aan toegevoegd. Men moet erkennen dat de werken van deze onvergelijkbare man vergeleken met elke andere van zeer superieur niveau. Ze slagen daarom des te meer op het klavecimbel. Ik heb gedacht dat men het zou waarderen dat ik er hier meerdere met een verschillend karakter opneem. Ik heb een aantal vaudevilles toegevoegd, en ik heb dat voornamelijk gedaan om het eind van de bladzijden te vullen die anders zonder dat ongebruikt zouden blijven. Het is overigens waar als men zegt dat die kleine airs van een buitengewone bevalligheid zijn en dat ze een verheven eenvoud hebben die altijd iedereen heeft behaagd. Ik heb ook een proeve willen geven van hetgeen ik vroeger voor het orgel schreef, en daarom heb ik slechts vijf fuga's over hetzelfde thema en verschillend gevarieerd opgenomen, en ik heb afgesloten met een kwartet over het Kyrie uit de Mis. Omdat dit werk veel meer uitgewerkt is dan de andere kan het slechts zijn effect hebben op een groot orgel, beter gezegd op vier verschillende klavieren, waarmee ik bedoel 3 voor de handen en het pedaalklavier met registers van gelijke sterkte en verschillende klank om onderscheid mogelijk te maken tussen de verschillende partijen. Men heeft mij vaak gevraagd om instructies voor de begeleiding. Ik geef hier de principes teruggebracht tot vijf lessen die alles bevatten wat mij nodig lijkt te weten om in staat te zijn zichzelf verder te bekwamen; vertaling Bozar
  9. opname van Rousset
Bibliografische informatie