Os pisiforme

Erwtenbeen
Os pisiforme
Bot
Handwortelbeentjes
Proximaal: A=Os scaphoideum, B=Os lunatum,
C=Os triquetrum, D=Os pisiforme
Distaal: E=Os trapezium, F=Os trapezoides,
G=Os capitatum, H=Os hamatum
linkererwtenbeen
Synoniemen
Nederlands erwtvormig beentje[1]

erwtvormig been[2]
erwtbeentje[3]

Gegevens
Gewrichten driehoeksbeentje
Naslagwerken
Gray's Anatomy 54,225
MeSH A02.835.232.087.319.150.600
Dorlands/Elsevier o_07/12598620
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Locatie van het os pisiforme aan de mediale zijde van het handskelet

Het os pisiforme[4] of erwtenbeen[5][6][7] is een van de acht handwortelbeentjes. De naam pisiforme, erwtvormig,[8] is afgeleid van het Latijnse pisum,[8] dat erwt betekent.[9] Het os pisiforme is een sesambeen.

Het botje is gelegen aan de mediale zijde van de proximale rij van handwortelbeentjes. Het vormt enkel een gewrichtsverbinding met het os triquetrum.

Aan de handpalmzijde hecht aan het os pisiforme het retinaculum flexorum manus, een band gelegen tussen het os scaphoideum en os trapezium enerzijds en het os pisiforme en het os hamatum anderzijds. Verder bevindt zich ter hoogte van het os pisiforme de insertie van de musculus flexor carpi ulnaris en de musculus abductor digiti minimi manus.

Het erwtenbeen in de linkerhand
Literatuurverwijzingen
  1. Jochems, A.A.F. & Joosten, F.W.M.G. (2003). Coëlho Zakwoordenboek der geneeskunde (27ste druk). Doetinchem: ElsevierGezondheidszorg.
  2. Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
  3. Boon, T. den & Geeraerts, D. (Red.) (2005). Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse Taal (14e editie). Utrecht/Antwerpen: Van Dale Lexicografie BV.
  4. Federative Committee on Anatomical Terminology (FCAT) (1998). Terminologia Anatomica. Stuttgart: Thieme
  5. Broek, A.J.P. van den, Boeke, J & Barge, J.A.J (1954). Leerboek der beschrijvende ontleedkunde van de mens. Deel I. Geschiedenis der ontleedkunde, bewegingsorganen, vaatstelsel (8ste druk). Utrecht: N.V. A. Oosthoek’s Uitgeverij Mij.
  6. Raven, C.P. (1959). Anatomische atlas. Ten gebruike bij het onderwijs aan verplegenden en bij de opleiding voor eerste hulp bij ongelukken. Amsterdam: Scheltema & Holkema N.V.
  7. Kloosterhuis, G. (1965). Praktisch verklarend zakwoordenboek der geneeskunde (9de druk). Den Haag: Van Goor Zonen.
  8. a b Triepel, H. (1927). Die anatomischen Namen. Ihre Ableitung und Aussprache. Anhang: Biographische Notizen.(Elfte Auflage). München: J.F. Bergmann.
  9. Lewis, C.T. & Short, C. (1879). A Latin dictionary founded on Andrews' edition of Freund's Latin dictionary. Oxford: Clarendon Press.