Verteltijd

In een verhaal worden een bepaald aantal bladzijden/regels/woorden gebruikt om een bepaald tijdsbestek in het verhaal te omschrijven. Dit wordt de verteltijd genoemd.

Wanneer er tijdverruiming plaatsvindt, ofwel wanneer een verhaal of deel van een verhaal een hoge verteltijd heeft in vergelijking met de vertelde tijd (bijvoorbeeld 30 bladzijden om een half uur te omschrijven), wordt er uitvoerig ingegaan op de gebeurtenissen in dat tijdsbestek. Dit wordt meestal toegepast bij het hoogtepunt van een verhaal.

Het tegenovergestelde, tijdverdichting, kan ook. Zie dit voorbeeld: Vier gelukkige jaren bracht zij door in haar nieuwe dorp, totdat op een dag .... Nu is de verteltijd één (deel van een) zin en de vertelde tijd vier jaar. De begrippen verteltijd en vertelde tijd werden in 1946 geïntroduceerd door Günther Müller.[1]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Günther Müller (1947). Die Bedeutung der Zeit in der Erzählkunst. Bonner Antrittsvorlesung 1946. Bonn, Universitätsverlag.
· · Sjabloon bewerken
Epiek & narratologie
Genres epiek & tekstsoort:anekdote · ballade · broodjeaapverhaal · epos · fabel · gedicht · genre · inleiding · kort verhaal · legende · literair genre · mythe · novelle · orale traditie · parabel · raamvertelling · reisverhaal · roman · saga · sage · sprookje · sterk verhaal · tekstsoort · thriller · verhaal · vignet · volksballade · volksverhaal
Verloop & verhaallijn:catharsis · cliffhanger · climax · deus ex machina · drie-actstructuur · epiloog · expositie · fabel · gebeurtenis · handeling · plot · plotpoint · proloog · rode draad · scène · setup · startplotscène · synopsis · tekstverband · verhaallijn
Begin & einde:ab ovo · in medias res · incipit · openingsscène · openingszin · terminus
Personage:aangever · alter ego · alteriteit · antagonist · antiheld · bijfiguur · bijrol · booswicht · byroniaanse held · deuteragonist · flat character · held · hoofdpersoon · hoofdrol · personage · karakter · protagonist · round character · schurk · tritagonist · typetje · uitverkorene · underdog
Spanning:cliffhanger · spanning
Vertelperspectief & -instantie:afwisselend perspectief · auctoriële verteller · focalisatie · gedramatiseerd · homodiëgetisch · heterodiëgetisch · ik-perspectief · onbetrouwbare verteller · personele verteller · rhema · voice-over
Motief & thema:abstract en concreet motief · isotopie · leidmotief · motto · thema · topos
Tijd & ruimte:dystopie · eenheidsconventie · fictief universum · flashback · flashforward · mise en abyme · opschuivende tijdlijn · parallel universum · praesens historicum · tijdverruiming · verteltijd · vertelde tijd
Stijl & verteltechniek:directe rede · dramatische ironie · indirecte rede · red herring · shooting the messenger · register · stijl · stijlfiguur · stream of consciousness · suspension of disbelief · show, don't tell · verteltechniek · vrije indirecte rede
Scenario:premisse → synopsistreatment → scenario → filmdraaiboek → storyboard
Stijlperiode:middeleeuwen · renaissance · maniërisme · barok · verlichting · sentimentalisme · preromantiek · romantiek · realisme · impressionisme · naturalisme · neoromantiek · symbolisme · expressionisme · constructivisme · dadaïsme · surrealisme · nieuwe zakelijkheid · magisch realisme · existentialisme · vijftigers · modernisme · postmodernisme
Studie:communicatiemodel · driehoek van Petersen · literaire kritiek · narratologie · topische vragen · verhaalanalyse
Lijsten:Literair begrip · Literatuur van A tot Z